Vekabest Motor Rijbewijs A Cd-rom Examentraining Download
DOWNLOAD ->>> https://urluso.com/2t6I4P
5 5 1.1 Begripsbepalingen en inrichtingseisen Om het verkeer in goede banen te leiden en verkeersongelukken te voorkomen zijn er verkeersregels ontwikkeld. Deze regels staan in het RVV, waar in staat wat je verplicht moet doen, wat je niet mag doen en regels die je alleen adviseren om iets te doen. Om deze regels goed te begrijpen en toe te passen, moet je eerst de begripsbepalingen kennen. wegen - onverhard en verhard Wegen zijn alle verharde en onverharde rijbanen. De middenberm of middengeleiding, parkeerstroken en parkeerhavens, vluchtstroken en vluchthavens, bruggen en duikers behoren tot de weg. Dat geldt ook voor de zijkanten, bermen en paden die naast de rijbaan liggen. verkeer Dit zijn alle weggebruikers, dat is iedereen die zich op de openbare weg bevindt. kruispunt Een kruispunt is een kruising of splitsing van wegen. weggebruikers Iedereen die deelneemt aan het verkeer: voetgangers, fietsers, bromfietsers, bestuurders van brommobielen, bestuurders van invalidenvoertuigen, bestuurders van motorvoertuigen of van een tram, ruiters geleiders van rij- of trekdieren of vee en bestuurders van een bespannen of niet bespannen wagen. voetgangers Iedereen die te voet deelneemt aan het verkeer, of een (klein) voertuig aan de hand meeneemt (fiets, bromfiets, motorfiets, winkelwagen, kinderwagen). bestuurders Dat zijn álle weggebruikers, behalve voetgangers. bestuurders van motorvoertuigen Iedereen die een motorvoertuig bestuurt, rijles geeft in welke vorm dan ook of een examen afneemt. motorvoertuigen Alle gemotoriseerde voertuigen (behalve bromfietsen, invalidenvoertuigen en alles wat op rails wordt voortbewogen). Trams en treinen zijn dus geen motorvoertuigen. motorrijtuigen Motorrijtuigen zijn alle voertuigen, bestemd om anders dan langs rails te worden voortbewogen. Aangedreven door uitsluitend of mede door een mechanische kracht aan of op het voertuig. Dan wel door electrische tractie met stroomtoevoer van elders (bijv. trolleybus). bestelauto Motorvoertuig bestemd voor het vervoer van goederen, waarvan de maximale toegestane massa niet boven de 3500 Kilo komt (3,5 ton). motor en motorscooter Een motorfiets en een motorscooter zijn motorvoertuigen op 2 wielen al dan niet met zijspan of aanhangwagen. Een motorscooter is dus geen bromfiets omdat hij meer vermogen heeft dan een normale bromfiets. Voor een motorscooter heb je een motorrijbewijs nodig. trams Een tram is een voertuig en rijdt op rails. Het grote voordeel hiervan is dat hij daar niet van af kan wijken en je dus precies kunt bepalen waar de tram naartoe gaat. Voor trams gelden in het verkeer afwijkende regels. onthoud : De tram heeft altijd voorrang, behalve als de tram haaientanden op zijn weg heeft staan. veiligheidscel Dit is een onderdeel van de constructie die de bestuurder beschermd tegen hoofdletsel.
12 12 kantstrepen kantstrepen vind je links en rechts aan de uiterste zijde van de rijbaan en deze markeert de breedte en geeft het verloop van de rijbaan aan. Je mag deze overschrijden op de autosnelweg of autoweg in een noodsituatie. Als je een inrit or uitrit wilt inrijden mag je de doorgetrokken kantstreep overschrijven, ook bij het parkeren in de berm is die toegestaan. blauwe strepen Deze strepen geven een parkeerschijfzone aan, in deze gebieden mag je alleen parkeren met het gebruik van de parkeerschijf. verkeersregels Op de derde plaats gelden de verkeers regels, bijvoorbeeld: bestuurders verlenen op een kruispunt voorrang aan voor het van rechts komende bestuurders. verkeersborden met onderborden Onderborden zijn borden die onder verkeersborden hangen. Deze kunnen aangeven voor wie het betreffende bord geldt of juist niet geldt. De symbolen op de onderborden hebben exact dezelfde betekenis als de symbolen uit het verkeersbordenregister. Als er een symbool van een vrachtauto op het bord staat is het juist alleen van toepassing op vrachtauto's tenzij er het woord "uitgezonderd" bij staat. In dat geval is het juist niet voor vrachtauto's neergezet. Op de afbeelding: een eenrichtingsweg behalve voor tractoren. verplichtingen voor bestuurders Bestuurders moeten altijd over een voldoende rijvaardigheid beschikken. Stress en ziekte zijn situaties waardoor je rijgedrag wordt beïnvloed. Bestuurders mogen tijdens het rijden niet afgeleid worden door passagiers, lading en dieren. verplichtingen ten opzichte van overige weggebruikers bestuurders moeten: - blinden, voorzien van een witte stok met één of meerdere ringen voor laten gaan. Dit geldt voor alle personen die zich moeilijk voortbewegen. Bijvoorbeeld bejaarden en gehandicapten. - het overige verkeer voor laten gaan als ze een bijzondere manoeuvre uitvoeren. Deze zijn: - wegrijden, achteruitrijden, parkeren, een uitrit verlaten of een inrit inrijden, keren, invoegen op de doorgaande rijbaan, uitrijden vanuit de doorgaande rijbaan en van rijstrook wisselen. - bij alle zijdelingse verplaatsingen moeten ze richtingaanwijzers gebruiken, dit geldt ook bij het veranderen van rijstrook. - van motorvoertuigen en brommobielen mogen niet meer dan één motorvoertuig slepen. Tweewielige motorvoertuigen zoals motorfietsen mogen niet gesleept worden. De sleepafstand tussen beide motorvoertuigen mag niet meer bedragen dan 5 meter. Als je het motorvoertuig wilt besturen dat gesleept wordt, moet je in het bezig zijn van rijbewijs B (autorijbewijs), een kentekenbewijs en een APK bewijs wanneer de auto ouder is dan 3 jaar. Het motorvoertuig dat gesleept wordt moet minimaal WA verzekerd zijn. tip: het is verstandig om op het midden van de sleepkabel een kleine rode vlag te bevestigen, of je alarmlichten te ontsteken. Dit laatste geldt voor beide voertuigen. tip: wanneer bij een gesleepte auto de motor wordt uitgezet werkt de pomp van de rem- en stuurbekrachtiging niet meer. Dit is levens gevaarlijk, let op!
26 26 Na het passeren van dit bord is de maximale snelheid buiten de bebouwde kom: 80 km/h voor vrachtauto s en autobussen 90 km/h voor personen- en bestelauto s met aanhangwagen Bord G3 autoweg 100 km/h voor personenauto s, motorfietsen en voor een T100 Bus (zie begrippenlijst) Je mag met je motorvoertuig niet op de autoweg komen indien je niet harder kunt en mag rijden dan 50 km/h. Bord G4 einde autoweg adviessnelheid Dit blauwe bord geeft een adviessnelheid aan, bijvoorbeeld vlak voor een bocht. Het is dus advies, en geen plicht. Mag je op een weg 80 km/h rijden, en je hebt een auto waarmee je veilig met 60 km/h door deze bocht kunt, dan mag dat. Let er wel op dat deze borden er niet voor niets staan. Het is dus altijd aan te raden de snelheid op deze borden aan te houden. overschrijding van de maximum snelheid Bestuurders die de maximum snelheid overschrijden met 50 km/h of meer lopen de kans hun voertuig en rijbewijs beide kwijt te raken. nauwelijks tijdwinst Hard rijden heeft zelden zin. Voor de kleine afstanden heeft hard rijden al helemaal geen zin. Een te hoge snelheid heeft dan vaak alleen een hoger benzineverbruik tot gevolg wat slecht is voor het milieu en voor je portemonnee. Daarbij verhoog je de kans op ongelukken! groene golf Een groene golf is een weg waar de verkeerslichten dusdanig op elkaar afgesteld staan zodat als je continu de aanbevolen snelheid rijdt, je bij álle kruispunten groen hebt! Als je harder rijdt moet je dus alleen maar meer stoppen. voorrangsvoertuigen Natuurlijk zijn er uitzonderingen voor maximum snelheden voor bepaalde categorieën bestuurders. Een ambulance, politie of brandweer met optische en geluidssignalen mogen de maximum snelheid indien nodig overschrijden. wisselende snelheden Vaak zijn de adviessnelheden wisselend om het verkeer goed te laten doorstromen. Als je je aan de plaatselijk gegeven adviessnelheden houdt, ben je meestal het snelst op de plaats van bestemming. zone borden Binnen de bebouwde kom treffen we steeds meer 30km/h gebieden aan. Ze noemen ze ook wel zones. Aan het begin van een zone staat een bord. In een 30 km/h zone is dit bord A6. Aan het einde van deze zone staat bord A7.
Oefenboek rijbewijs A examen 1 Examen 1 De antwoorden en motivaties van examen 1 vind je vanaf pagina 118. 1. Wat zijn de belangrijkste eigenschappen van motorhandschoenen? A. Dat ze warm zijn en soepel 2b1af7f3a8
https://sway.office.com/7NyxJoESutIdXNt1
https://sway.office.com/nculkzsDPelFTXNF
https://sway.office.com/cVQ0ai6OmcLcm0nE
https://sway.office.com/0GcnnKUcjAAVUr06
https://sway.office.com/6eB3j4HgA3QbgvgL
https://sway.office.com/K3tcQFHioy3yCkWa
https://sway.office.com/kGOqm6a86EGwomSA
https://sway.office.com/7YoCbAnNYujeMAEz
https://sway.office.com/fXODjLPSVcJGQTKU
https://sway.office.com/HkgcRcpjeZqGqJlA
https://sway.office.com/vYtZ5aJiV94bK5gl
https://sway.office.com/BaT45HrKmvikbe8U
https://sway.office.com/FsXJ2f5fad7vHTEC
https://sway.office.com/3JSCHK8HWepLmVEC
https://sway.office.com/kr0df2LtoL2NOq13
https://sway.office.com/62VrXzIn1iCoydoJ
https://sway.office.com/E0XGkBBb0vf8gatG
https://sway.office.com/ZvsWAQic2yxRDGuN
https://sway.office.com/L7reB1XrT0eX9f7f